Algemene vergadering

Jaarlijks organiseert het Instituut een algemene ledenvergadering, bestaande uit alle natuurlijke personen die lid zijn van het Instituut.

De algemene vergadering is bevoegd om te stemmen over onderstaande punten:

  1. De verkiezing van de voorzitter, de ondervoorzitter en de andere leden van de Raad van het Instituut;
  2. De verkiezing van de commissarissen;
  3. De goedkeuring van de jaarrekening van het vorige boekjaar;
  4. De goedkeuring van de begroting van het nieuwe boekjaar van het Instituut;
  5. Het verlenen van de kwijting van de Raad voor het bestuur van het Instituut;
  6. Het verlenen van de kwijting van de commissarissen;
  7. De vervreemding en de verpanding van de onroerende goederen van het Instituut;
  8. Het aanvaarden of het weigeren van legaten of schenkingen;
  9. Het vaststellen van de bijdragen, binnen de grenzen die de Koning heeft bepaald;
  10. Het vaststellen van het bedrag van de procedurekosten bij een tuchtprocedure;
  11. Andere door de wet aan de algemene vergadering toegewezen bevoegdheden.

In voorbereiding daartoe legt de Raad een aantal documenten voor aan de algemene vergadering:

  1. De jaarrekening van het vorige boekjaar, afgesloten op 31 december;
  2. De begroting voor het nieuwe boekjaar
  3. De Raad van het Instituut stelt tevens een activiteitenverslag met betrekking tot het vorige boekjaar voor.
  4. De commissarissen stellen op de jaarlijkse algemene vergadering hun verslag voor.

De stemming gebeurt volgens de regels bepaald in artikel 63 van de Wet van 17 maart 2019.